Onafhankelijke consultancy sinds 1992

                       Galerij 3, 1411 LH  Naarden

                         tel.: 035 6943060 / fax: 035 6951632

 

home

diensten

Drs Ruud H. Veenstra RA

publicaties

actualiteiten

archief

disclaimer

                          

 

Chief Financial Officer, juli-augustus 2003

"CFO-analyse: Over Ahold, de audit-risk en accountants", door Ruud Veenstra

In alle bekende grote beschavingen, gebaseerd op specialisatie en arbeidsverdeling, speelden boekhoudingen en jaarrekeningen een cruciale rol. Maar in de jaren negentig raakte de boekhoudfunctie uit beeld door het snelle geld, financial engineering (een chique term voor financieel geknutsel) en ondoorzichtige computersystemen. Ook boekhouders en accountants hebben zich laten meeslepen en waren ook zelf steeds  minder overtuigd van het nut van hun handwerk. Met financiële debacles en een geschonden vertrouwen in de financiële dienstverlening als resultaat. Hoe dit vertrouwen te herstellen?

Het Ahold-debacle heeft het vertrouwen in de integriteit van boekhoudingen en jaarrekeningen ernstig geschokt. Er is geen gezin in Nederland dat niet op enigerlei wijze is getroffen door de financiële ramp die zich 24 februari 2003 voltrok. Kreeg het Nederlandse bedrijfsleven tot voor kort bij velen nog het voordeel van de twijfel, daar is na 24 februari geen ruimte meer voor. Op die datum laat het persbericht van Ahold alle ‘stakeholders’ in de kou staan. De jaarrekening 2001 werd herzien, de publicatie van de jaarcijfers 2002 uitgesteld. En toen de cijfers eenmaal verschenen, werd de lezer getracteerd op een uitgebreide opsomming van ongeveer alle onzekerheden die in een jaarrekening mogelijk zijn en kreeg de lezer het volgende ‘advies’: “Gegeven deze onzekerheden, wordt de lezer geadviseerd behoedzaam om te gaan met dergelijke forward-looking statements, die uitsluitend geacht worden te zijn gedaan per de datum van dit persbericht.”

Een verantwoord oordeel omtrent vermogen en resultaat kan de lezer zich op grond van deze informatie vanzelfsprekend niet vormen. Zo lijkt een lange ontwikkeling van de bedrijfseconomie en de accountancy voorlopig te eindigen in een zwart gat.  

De wal en het schip

Weinigen zullen hebben vermoed dat uitgerekend ‘boekhouden’, voor velen de metafoor bij uitstek voor saaiheid en stoffigheid, de voorpagina’s van de landelijke dagbladen zouden halen. Wat is er aan de hand?

In de jaren negentig is tijdens de euforie over ICT, internet en de zogenaamde nieuwe economie collectief ‘vergeten’ dat boekhoudingen en jaarrekeningen een cruciale rol vervullen in onze economie. Echte accountantscontrole werd alsmaar veeleisender door automatisering, complexe financiële producten, opties en globalisering. Deze eisen werden ontweken door lage inschattingen van het zogenoemde Audit Risk. Het aanzien van de ‘audit” verbleekte bij de spectaculaire consultancy, ‘audit partners’ stonden in de schaduw van ‘general service partners’. Accountantscontrole werd een (Audit Risk) ritueel, dat je inkocht voor de laagste prijs.

Maar - zie de voorpagina’s van de landelijke dagbladen - de wal keert het schip. Boekhouden is voorpaginanieuws! Afschrijven en afboeken van goodwill, verplichtingen die niet uit de balans blijken, autonome omzet en winst versus gekochte omzet en winst, integrale consolidatie versus proportionele consolidatie, de verwerking van actieve belastinglatenties. Allemaal Hot News!

Stuurmechanisme

 Vertrouwen is de meest wezenlijke grondstof voor het behoud van welvaart en voor het behoud van een adequaat functionerend maatschappelijk verkeer. Daarbij vallen alle andere zaken in het niet. Dit vertrouwen in de integriteit van het financiële verkeer komt niet ‘vanzelf’ terug. Van de stuurlui, te weten de bestuurders, de commissarissen en de accountants van grote ondernemingen is nog weinig reflectie op hun eigen rol vernomen: Nederland ‘poldert’ lekker door. Toch is bij uitstek de driehoek bestuurder/commissaris/controlerend accountant verantwoordelijk voor de integriteit van de boekhouding en de jaarrekening. Ook accountants zullen hand in eigen boezem moeten steken: terug naar het verantwoorde oordeel over vermogen en resultaat.

Het frappante is dat dáárvoor geen wetswijziging nodig is, geen toezicht hoeft te worden ingesteld en geen verplichte roulatie van audit partners nodig is. Het is voldoende om zowel de boekhouding als de jaarrekening én de accountantscontrole, weer uitsluitend en zonder fratsen en interessantdoenerij, te richten op het ‘inzichtvereisten’ zoals geformuleerd in het Burgerlijk Wetboek: 'De jaarrekening (de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting) geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit.

De accountant onderzoekt of de jaarrekening het vereiste inzicht geeft. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Voorts brengt de accountant verslag uit aan de raad van commissarissen en aan het bestuur. Hij maakt daarbij melding van zijn bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking.'

Aangroeisels

In deze inzichtvereisten ligt de oplossing voor de huidige vertrouwenscrisis besloten. Wat er moet gebeuren? Alle overbodige aangroeisels van het jaarrekening- en accountancy-schip moet worden verwijderd en de opgelopen averij in het maatschappelijk verkeer hersteld. Alle neuzen, van bestuurders, commissarissen en accountants moeten voor wat betreft de financiële informatie weer deze kant op. De lezer voelt zich dan serieus genomen en kan zich een verantwoord oordeel vormen over vermogen en resultaat, in plaats van dat hij ‘het bos van onzekerheden’ wordt ingestuurd zoals op 24 februari 2003 is gebeurd.

Je zou verwachten dat de bovenstaande in het Burgerlijk Wetboek helder geformuleerde uitgangspunten ook bij de richtlijnen voor de accountantscontrole het uitgangspunt vormen. Helaas, dat is niet het geval. De huidige bundel Richtlijnen voor de Accountantscontrole (editie 2002, merkwaardigerwijze pas op 24 maart 2003 aan de leden van het NIVRA en NOVAA toegestuurd) omvat maar liefst 1264 pagina’s, maar zijn niet geschreven vanuit de bovenstaande uitgangspunten. Het ‘Audit Risk-denken’ voert ten onrechte de boventoon boven het inzichtsvereiste van de jaarrekening. De richtlijnen zijn kennelijk niet bedoeld om de transparantie te bevorderen.

Concreet zouden de beroepsverenigingen van accountants direct moeten beginnen de Richtlijnen voor de Accountantscontrole terug te brengen tot waarvoor deze zijn bedoeld, namelijk een inzichtelijke handreiking voor de dagelijkse praktijk in plaats van een ontoegankelijk uit de hand gelopen boekwerk, zonder goede index. Daarbij zou in één slag het koersen op Audit Risk moeten worden verboden in plaats van dat voor te schrijven. Het object van accountantscontrole is het bedrijfsgebeuren zelf; de jaarrekening behoort daar een getrouw beeld van te geven.    

 

Drs Ruud H. Veenstra RA heeft een lange staat van dienst als openbaar accountant van grote en internationale ondernemingen (vanaf 1970) en als onafhankelijk accountancy-consultant (vanaf 1992) en publiceert daarnaast regelmatig over vakonderwerpen. www.veenstraaccountancy.nl