Onafhankelijke consultancy sinds 1992 Galerij 3, 1411 LH Naarden tel.: 035 6943060 / fax: 035 6951632
|
home
|
Chief Financial Officer, mei/juni 2003 "CFO-analyse: Sprookjes, toezicht, controle en advies", door Ruud Veenstra 'Toezicht is verward met toezien' "Een
eerste stap in het herstel van vertrouwen in de accountantscontrole is
ondenkbaar zonder ontvlechting van controle en advies bij
de ‘Rest Four’ – Deloitte & Touche, Ernst & Young, KPMG en
PricewaterhouseCoopers. Alleen is de accountantscontrole van grote en
beursgenoteerde ondernemingen nagenoeg geheel in handen van deze kantoren, en
fundamentele hervormingen op eigen initiatief zijn van hen niet te verwachten.
En het instellen van toezicht dan? Zal dat leiden tot herstel van vertrouwen?
Helaas... Naar algemeen inzicht is de desastreuze uitholling van de accountantscontrole in het laatste decennium van de twintigste eeuw vooral ontstaan door cross-selling van advies en controle. Ook de neerwaartse prijs/kwaliteitsspiraal van controle heeft een belangrijke rol gespeeld. Ontvlechting van advies en controle zou een einde moeten maken aan deze ontwikkeling, waarbij het maatschappelijk verkeer als primaire opdrachtgever van de openbare accountant geheel uit beeld is geraakt. De
publieke opinie denkt dat het de ‘Rest Four’ serieus is met de ontvlechting
van controle en advies. Het is echter de vraag of de door publieke opinie en de
Amerikaanse wetgeving (!) geëiste ontvlechting wel voldoende is doorgevoerd en
ook naar de geest werkelijk wordt nagestreefd. Blijkens berichten in de pers
lijkt het erop dat de vier ook nu nog gewoon actief blijven op allerlei gebieden
buiten de accountantscontrole. Er lijkt sprake van verslaving: ‘De kwaliteit
van de accountantscontrole zou eronder lijden als geen consultancydiensten meer
worden verleend!’ Het kwaad lijkt dus wel erg ver voortgewoekerd te zijn.
Maar
zelfs
los van twijfel of de grote kantoren voldoende doortastend te werk gaan, is
ontvlechting van accountantscontrole en advies ook niet voldoende om de gevolgen
te herstellen van de uitholling van de accountantscontrole. De zittende ‘audit
partners’ van de megakantoren en een hele aankomende generatie accountants
alsmede de bestuurders en commissarissen van de door hen gecontroleerde grote en
beursgenoteerde ondernemingen zijn aan de nu ongewenste situatie en de daarbij
behorende cultuur gewoon geraakt, met alle gevolgen van dien. Toezicht In
Nederland wordt als panacee tegen de uitholling de roep gehoord om toezicht op
accountants in te stellen. Ook NIVRA (Nederlands Instituut van
Registeraccountants) en NOVAA (Nederlandse Orde van
Accountants-Administratieconsulenten) hebben zich daarvoor uitgesproken. Daarbij
wordt echter niet uitgelegd hoe de ‘turn around’ moet gaan plaatsvinden van
de huidige ongewenste situatie, waarin het vertrouwen in het beroep is geschaad,
naar waarlijk herstel van de maatschappelijke betekenis van de
accountantscontrole en de goedkeurende accountantsverklaring. Merkwaardigerwijze
wordt wel graag verwezen naar Amerika, terwijl het daar nu juist duidelijk fout
is gegaan. Juist
uit het feitelijke bankroet van het sedert de (vorige) crisis van 1929 sterk
ontwikkelde en alom geprezen systeem van toezicht in de VS door de SEC (toezicht
op de beurs en jaarverslaggeving) en Public Oversight Board (toezicht op
accountants) moet de conclusie worden getrokken dat eenmaal ingesteld toezicht
geen waarborg biedt voor een hoog niveau van accountantscontrole – althans
niet als daarvoor de fundamentele voorwaarden in politiek en samenleving
ontbreken. Het alom geprezen toezicht heeft het afglijden naar een
vertrouwenscrisis immers niet kunnen voorkomen. Dat
ook in Nederland niet te veel mag worden verwacht van ‘Toezicht’, blijkt wel
uit de gang van zaken op de financiële markten. De toezichthouders op banken,
vermogensmarkt, aandelenemissies en beurshandel komen nu het te laat is met
oplossingen voor de voorbije situatie (zoals financiële bijsluiter, beleggerprofielen,
scherper toezicht op aandelenlease, aanscherping eisen prospectus, aanscherping
eisen corporate governance, enz.). Met betrekking tot de grootschalige
Nederlandse pensioenproblematiek moet nog blijken of het toezicht van de PVK op
de handhaving van de kapitaaldekking opgewassen is tegen de maatschappelijke en
politieke krachten. Er zijn belangrijke krachten werkzaam die gemakshalve de
gevolgen van het door de pensioenfondsen gevoerde speculatieve beleggingsbeleid,
gecombineerd met het uitkeren van de daarmee kortstondig behaalde
beleggingswinsten op aandelen aan de gelieerde ondernemingen en aan de centrale
overheid (ABP), willen afwentelen op de toekomst. Al
met al vindt de roep om het instellen van toezicht op de accountantscontrole in
Nederland dus geen steun in de Amerikaanse en Nederlandse
‘toezicht’-praktijk van de laatste jaren. ‘Toezicht’ is verward met
‘toezien’ in de betekenis van ‘toekijken’. Toekijkers zijn er al meer
dan genoeg. Als het nieuw in te stellen toezichtorgaan voor accountants wordt
gerekruteerd uit de bestaande toezichthouders (en de ‘Rest Four’) en als de
toezichthouders dan óók nog worden betaald door de ‘onder
toezicht’-gestelden, dan staat het uitblijven van het beoogde resultaat
eigenlijk al vast. De
conclusie kan geen andere zijn dan dat ontvlechting van controle en advies en
het instellen van toezicht op de accountantscontrole onvoldoende zijn om het
vertrouwen in de accountantscontrole te herstellen. Deze maatregelen doen te
veel denken aan het bekende sprookje van de Baron van Münchhausen, die zich uit
het moeras redt door zichzelf aan zijn haardos uit het moeras omhoog te trekken
en zich vervolgens op stevige grond in veiligheid brengt. Voor het oplossen van
maatschappelijke problemen is het beter om zich niet op dit soort sprookjes te
baseren." Drs
Ruud H. Veenstra RA heeft een lange staat van dienst als openbaar accountant van
grote en internationale ondernemingen (vanaf 1970) en als onafhankelijk
accountancy-consultant (vanaf 1992) en publiceert daarnaast regelmatig over
vakonderwerpen. www.veenstraaccountancy.nl
|