Onafhankelijke consultancy sinds 1992 Galerij 3, 1411 LH Naarden tel.: 035 6943060 / fax: 035 6951632
|
home
|
Chief Financial Officer, november-december 2007 "CFO-column: 'Bestuur in controlespagaat'", door Ruud Veenstra De code-Tabaksblat verschuift de macht binnen de beursgenoteerde onderneming nadrukkelijk naar de accountant en beperkt de handelingsruimte van het bestuur. En dan moet het bestuur ook nog een verklaring geven over de adequaatheid en effectiviteit van de controlesystemen, hetgeen logischerwijze op het terrein ligt van de accountant. Hoog tijd voor herstel van het oude machtsevenwicht. Formeel bestaat grote machtsongelijkheid tussen bestuur en externe accountant. De accountantsverklaring is verplicht en de externe accountant wordt benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders en “wordt door generlei voordracht beperkt” (artikel 2:393 BW). De AvA bepaalt accountantskeuze en condities. De accountant bepaalt welke accountantsverklaring er wordt gegeven. Het bestuur heeft hierover geen zeggenschap en is ‘ondergeschikt’. De Code Tabaksblat verschuift de macht nadrukkelijk naar de accountant en beperkt de handelingsruimte van het bestuur. De auditcommissie is hét aanspreekpunt voor de externe accountant. Deze kerncommissie, waarin de aan accountancy verwante financiële expertise van commissarissen is ondergebracht, is ook nog eens geplaatst onder een apart voorzitterschap. De externe accountant is inmiddels meestal aanwezig in de algemene vergadering van aandeelhouders en bevoegd het woord te voeren. Het bestuur kan door deze concentratie van financiële expertise en op basis daarvan geformaliseerde communicatiekanalen gemakkelijk worden omzeild en ontkracht. Anders dan nu werd willekeurige machtsoefening vanouds ingetoomd door solide in de praktijk gegroeid materieel recht met een groot maatschappelijk draagvlak. De Wet op de Registeraccountants van 1962 was gebaseerd op accountantscontrole bestaande uit gedegen feitenonderzoek en zelfstandig onderzoek van de administratieve organisatie (‘volkomen controle’). De raad van commissarissen was ongedeeld en woog alle belangen af. Aandeelhouderswaarde was daarbij geen overheersende factor, het maatschappelijk draagvlak wel. Het formele recht volgde in 1962 het materiële recht. Dit is zoals het hoort; het materiële recht is namelijk het doel, het formele recht is slechts ‘een’ middel. Deze logica is uit het oog verloren. Het huidige primaat van de aandeelhouderswaarde en het van bovenaf opgelegde formele recht werkt dan ook logischerwijze ontwrichtend. Het middel is abusievelijk tot doel verheven. AUDIT SPLIT Het verstoorde machtsevenwicht moet hersteld worden. Dat de deugdelijke grondslag van de accountantsverklaring centraal moet staan was reeds voor de grote affaires uit het oog verloren. Al begin 2000 is door ondergetekende daarop uitdrukkelijk gewezen in het Tijdschrift Financieel Management (‘Kwaliteit accountantscontrole verankeren in wet’, en ‘High Quality Audit: controlegrondslagen nader gedefinieerd’). De urgentie om aan accountantscontrole objectieve, te verifiëren, inhoudelijke eisen te stellen is sedertdien nog aanzienlijk toegenomen. Het zou het Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) sieren als zij het initiatief neemt om tot een evenwichtige verdeling van verantwoordelijkheden te komen. |