Onafhankelijke consultancy sinds 1992 Galerij 3, 1411 LH Naarden tel.: 035 6943060 / fax: 035 6951632
|
home
|
Chief
Financial Officer, januari-februari 2006 "CFO-column:
'Wake up call'", door Ruud Veenstra "Na het softe
intermezzo van de jaren negentig is het tijd dat de mathematische benadering van
administratieve controle weer de boventoon gaat voeren. Dit kan belangrijk
bijdragen aan het doelmatiger inrichten van organisaties, administratieve
processen en waardestromen. En de nadruk kan worden gelegd op fraudepreventie in
plaats van op het 'ontdekken' van fraude. De hoofdweg van de degelijk
wiskundig, analytisch en kwantitatief onderbouwde administratieve controle is
bewegwijzerd door (chronologisch) Schmalenbach en Klein, Limperg, Kleerekoper,
De Wolff, Van Heerden, Kriens, Starreveld en anderen. Door de hoge standaard
hoorde Nederland vanaf Limperg en Kleerekoper tot begin jaren ‘90, samen met
de VS, Canada en Groot-Britannië, tot de koplopers op het gebied van
accountancy, administratieve controle en wiskundige steekproeven. Schmalenbach
en Klein waagden in 1911(!) als eersten een poging om administratieve controle
kwantitatief te benaderen. Vooral de stellingname van
Kleerekoper in 1933 tegen de ‘janboerenfluitjes’-benadering van de
administratieve controle in de Angelsaksische landen en (tot dan) in Nederland
leidde in 1956 tot een doorbraak binnen het in Nederland algemeen aanvaarde
Limpergiaanse concept van de volkomen controle. De Wolff, een vooraanstaand
Nederlands statisticus, kwam in dat jaar met een eerste wiskundig onderbouwde
steekproefmethode die geschikt was voor de controle van administratieve
bewerkingen en het mogelijk maakte een gekwantificeerde uitspraak over een
populatie zonder de noodzaak om alle elementen te controleren. ongeremde overmoed Anders
dan in de kwaliteitsbeheersing van industriële processen is het gebruik van
wiskundig verantwoorde steekproeven in administratieve processen sterk
achtergebleven. Toch is er nú nog veel meer reden om verantwoorde
steekproefmethoden toe te passen dan in 1911, 1933 of 1956. Door
‘Starreveld’ en ICT is het administratieve domein inmiddels onlosmakelijk
verbonden met operationele en logistieke systemen. Daar is inmiddels de uit zijn
(administratieve) voegen barstende publieke sector bij gekomen. Door ongeremde
overmoed van talrijke Nederlandse en Europese ‘overheden’ is inmiddels
sprake van een benauwende administratieve overbelasting van de gehele
samenleving, waarin overzicht en samenhang ontbreekt. Een robuuste analyse van
de doelmatigheid en de kwaliteitsbeheersing is geboden om verder vastlopen te
voorkomen. De kennis is (nog) niet verdampt. Nederland zou, door eendrachtig de
knop om te draaien, met gemak weer een koploper op dit kennisgebied kunnen zijn.
Op
solide basis kan de accountant dan weer zonder omwegen of uitvluchten zijn
verantwoordelijkheid voor de juistheid van de jaarrekening nemen en zijn exact
onderbouwd oordeel in zijn verklaring tot uitdrukking brengen. De leiding van
onderneming, instelling, uitvoeringsinstantie en overheidsinstantie kan dan weer
vertrouwen op deugdelijk gekwantificeerde verificatiewerkzaamheden en de mede
daarop gebaseerde deskundige beoordeling van de organisatie en vooral ook van de
werking van de, met de waardestromen en bedrijfsprocessen verbonden,
administratieve processen. Het is beter de put te
dempen dan het kalf onnodig te laten verdrinken. Dit geldt zowel voor
ondernemingen als voor wetgeving en de uitvoering van wetten. Voorwaarde
is een synchrone en wilskrachtige aanpak van de gegroeide praktijk bij
ondernemingen, overheden, instellingen en uitvoeringsinstanties. Opwaardering
van het wiskunde- en statistiek-onderwijs aan (aanstaande) politicologen,
economen, bedrijfskundigen, informatici, juristen en accountants is
onontkoombaar. In het mondiale speelveld kan Nederland een kennisvoorsprong
behalen. De
mathematische benadering van administratieve controle kan belangrijk bijdragen
aan het doelmatiger inrichten van organisaties, administratieve processen en
waardestromen. De nadruk moet worden gelegd op fraudepreventie in plaats van op
het ‘ontdekken’ van fraude. " |