Onafhankelijke consultancy sinds 1992

                       Galerij 3, 1411 LH  Naarden

                         tel.: 035 6943060 / fax: 035 6951632

 

home

diensten

Drs Ruud H. Veenstra RA

publicaties

actualiteiten

archief

disclaimer

                          

Chief Financial Officer, november-december 2005

"CFO-column: 'De lessen van Rousseau', door Ruud Veenstra

Positieve uitgangspunten veranderen op den duur in hun tegendeel als deze niet op doorslaggevende steun van de bevolking kunnen rekenen en zich niet aan het maatschappelijke krachtenveld aanpassen. Twee recente voorbeelden: de Weimar-Republiek en Europa. Rousseau’s Du contract social ou Principes du droit politique uit 1762, voorafgaande aan de Franse Revolutie, werpt hierop een duidelijk licht.

De stabiliteit van een moderne samenleving berust op twee fundamentele pijlers: democratie en een maatschappelijk verdrag (contrat social) tussen alle deelgenoten, gesloten op basis van gelijkheid en wederkerigheid. Na de Eerste Wereldoorlog werd in Duitsland een 'democratie' ingesteld (de Weimar-Republiek). Er werd niet onderzocht of er voldoende draagvlak onder de bevolking was: de democratie werd gesaboteerd door belangrijke elites. Vervolgens werd 'democratisch' de hulp ingeroepen van ene mijnheer Hitler. De rampzalige gevolgen zijn bekend.

Na de Tweede Wereldoorlog werd in het Westen zowel de democratie als het ideaal van eenheid in Europa door een meerderheid van de bevolking als vanzelfsprekend beschouwd; aan beide criteria, democratie én maatschappelijk verdrag, was voldaan en de stabiliteit was verzekerd. Het democratische weeffoutje, het niet in de democratie verankeren van  het centrale Europese bestuur ('Brussel') werd op de koop toe genomen en maakte deel uit van het (stilzwijgende) maatschappelijk verdrag. Het referendum in Frankrijk en Nederland maakte daaraan een eind. De opzienbarende lessen van de Weimar-republiek en Europa ontgaan de leidende elites van Europa blijkbaar nog steeds. Hernieuwde studie van Rousseau wordt dan ook van harte aanbevolen. Wat is hiervan de relevantie voor accountantscontrole?

Reparatie Een integer functionerend accountantsberoep is in de moderne samenleving een belangrijk onderdeel van een adequaat maatschappelijk verdrag dat op brede acceptatie van de bevolking kan rekenen, in het bijzonder voor wat betreft het financieel-economische verkeer. De vertrouwenstheorie van Limperg berust daarop. Het accountantsberoep moet dit weer als uitgangspunt nemen. Dit betekent dat het accountantsberoep moet ophouden met zijn gebreken te bagatelliseren en weg te praten in plaats van de gebreken resoluut te repareren. Dit is nodig om het vertrouwen van de bevolking te herwinnen en op objectieve gronden te funderen.

Het is tekenend dat het beroep zich wil laten redden door 'de politiek', terwijl die zelf onderdeel is van het maatschappelijke probleem. Vertrouwen moet gebaseerd zijn op goede gronden en kan alleen in stand blijven als de bevolking serieus wordt genomen. Het probleem zit namelijk niet bij de Nederlandse bevolking.  Die is zodanig intelligent en geschoold dat het accountantsvak goed is uit te leggen, mits de huidige voorhanden zijnde kennis, methoden en technieken ten volle worden aangewend. Anders dan in de huidige richtlijnen voor de accountantscontrole behoort een serieuze accountantscontrole niet pas te beginnen bij de journaalposten, maar ook de administratieve, operationele en logistieke systemen te omvatten, tenminste zodanig dat de accountant zich zelfstandig een toereikend oordeel over de jaarrekening en de financiële verslaglegging kan vormen. De accountant moet ophouden zich te baseren op het invalide accountantscontrolerisicomodel, dat ten onrechte suggereert dat het een wiskundige formule is van een realistische en rationele controlestrategie.