Onafhankelijke consultancy sinds 1992

                       Galerij 3, 1411 LH  Naarden

                         tel.: 035 6943060 / fax: 035 6951632

 

home

diensten

Drs Ruud H. Veenstra RA

publicaties

actualiteiten

archief

disclaimer

                          

 

Verschenen in: Harvard Holland Review, nr 9, winter 1986, pp 55-60

Door goodwill te activeren en de optredende waardevermindering in jaarmoten ten laste van het eigen vermogen te brengen, blijft het resultaat onaangetast en geven de rendementscijfers de werkelijke ontwikkeling te zien

Verworven goodwill anders verwerken in jaarrekening

C. Sterk RA en drs. R.H. Veenstra RA

(C. Sterk RA is directeur administratie van Ahold.

Drs. R.H. Veenstra RA is vennoot van de Nederlandse Accountants Maatschap en Touche Ross Nederland en vice-voorzitter van de Commissie van Advies inzake Jaarverslaggeving van het Nederlands Instituut van Registeraccountants.)

Hoewel de Nederlandse wet expliciet een drietal uiteenlopende methoden aangeeft voor de verwerking van betaalde goodwill in de jaarrekening bij verwerving van een deelneming, zijn de auteurs van mening dat geen van deze methoden bevredigend is voor een reële beoordeling van de financiële positie van de onderneming. En zo'n niet-reële beoordeling (bijvoorbeeld tot uiting komend in gewijzigde financiële ratio's) kan ten onrechte een negatieve invloed uitoefenen op de bereidheid van beleggers om hun geld in de onderneming te steken of kan problemen geven bij een volgende acquisitie.

Mede aan de hand van een duidelijk cijfervoorbeeld bepleiten de auteurs een betere methode voor de verwerking van goodwill in de jaarrekening, die erop neerkomt dat het verschil tussen verkrijgingsprijs en netto-vermogenswaarde (goodwill) op de balans wordt geactiveerd, maar dat de waardevermindering jaarlijks zichtbaar ten laste van het eigen vermogen wordt gebracht (in plaats van deze jaarlijkse afschrijving ten laste van het resultaat te brengen).

Aan het 'Onderzoek jaarverslaggeving 1984' van het NIVRA is te ontlenen dat in de 32 jaarrekeningen van ter beurze genoteerde ondernemingen waarin van gekochte goodwill sprake is, de volgende verwerkingswijzen worden toegepast.

·Activeren en afschrijven ten laste van het resultaat:

- in vijf jaar                                                            16

- in tien jaar                                                            2

·Direct ten laste van het resultaat                               7

·Direct ten laste van het eigen vermogen                7

                                                                                     32

Deze methoden zijn rechtstreekse toepassingen van de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in BW 2, titel8:

·              volgens artikel 389, lid 3, dient voor de nieuwe deelneming op het moment van verkrijging de zogenaamde netto-vermogenswaarde te worden vastgesteld door de activa, de voorzieningen en de schulden te waarderen op de actuele waarde;

·          lid 4 van ditzelfde artikel bepaalt dat, indien de verkrijgingsprijs hoger is dan de volgens lid 3 bepaalde netto-vermogenswaarde, het verschil zichtbaar ten laste van de winst- en verliesrekening of van het eigen vermogen wordt gebracht, dan wel als goodwill wordt geactiveerd.

Wordt besloten het bepaalde verschil niet zichtbaar ten laste van het resultaat dan wel het eigen vermogen te brengen, dan biedt de wet dus de mogelijkheid dit verschil te activeren als goodwill. In dat laatste geval dient rubricering plaats te vinden onder immateriële activa (artikel 365, lid 1 e), terwijl met betrekking tot de af­schrijving in artikel 386, lid 3, is geregeld dat deze in maximaal vijf jaar ten laste van de winst- en verliesrekening dient plaats te vinden. Als de verworven goodwill redelijkerwijze aan een langere periode kan worden toegerekend, kan de afschrijvingstermijn tot maximaal tien jaar worden verlengd. Deze methodiek is in de praktijk zo ingeburgerd, dat zij eigenlijk nauwelijks voor enige opwinding zorgt.

 Effecten op gerapporteerde jaarcijfers

In die gevallen waarbij het om verwerving van deelnemingen gaat waarbij relatief geringe bedragen aan goodwill voorkomen, zijn de effecten op de gerapporteerde jaarcijfers gering. Wanneer het echter gaat om een relatief belangrijke overname waarmee een groot bedrag aan goodwill is gemoeid, heeft de verwerking van goodwill volgens de gebruikelijke methoden een aantal belangrijke bezwaren. Uitgangspunt is immers dat ook na de overname de geconsolideerde jaarrekening het vereiste inzicht geeft in de grootte en de samenstelling van het vermogen en dat de winst- en verliesrekening getrouw, duidelijk en stelselmatig het resultaat weergeeft (artikel 362, lid 1 tot en met 3). In artikel 362, lid 4, is zelfs onder meer bepaald dat de rechtspersoon van de overige voorschriften van de wet dient af te wijken (!) indien dit noodzakelijk is voor het verschaffen van het vereiste inzicht, zij het onder uiteenzetting van de reden van de afwijking in de toelichting.

Zoals uit het volgende cijfervoorbeeld blijkt, verstoort de voorgeschreven wijze van verwerking van aanmerkelijke goodwill het inzicht in de door de nieuwe eenheid behaalde resultaten sterk. Bij beleggers kan hierdoor een verkeerde indruk van de onderneming ontstaan.

Een overnemende onderneming heeft, sterk vereenvoudigd, de volgende balansopstelling.

N.V. X

Materiële activa                           600

Vlottende activa                          300

Deposito's (7 %)                           100

                                                                ---

                                                          1.000

                                                          ====

Eigen vermogen                        300

Lang vreemd

vermogen (3 %)                          300

Kort vreemd vermogen           400

                                                           1.000

                                                           ====

De winst- en verliesrekening van N.V. X ziet er als volgt uit.

Resultaat voor rente                    77

Betaalde rente          24

Ontvangen rente       7                (17)

Winst voor belasting                    60

Belasting                                            30

Nettoresultaat                                 30

                                                               ==

 Het aantal uitstaande aandelen N.V. X bedraagt 1.000.000 stuks.

 Op basis van deze gegevens zijn onder andere de volgende ratio's te berekenen:

 

Winst per aandeel                                                                             ƒ 30

Rendement eigen vermogen                                                        10 %

Eigen/totaal vermogen                                                                    30 %

 

N.V. X besluit de N.V. Y over te nemen. De eerste netto-vermogenswaarde van N.V. Y kan als volgt worden vastgesteld.

 

N.V. Y

Materiële activa                                         250

Opwaardering tot actuele waarde       50

                                                

                                                                              ----

                                                                              300

Vlottende activa        140

Deposito's                       60                            200

                                              ---                              ----

                                                                                500

                                                                               ===

                                                

Eigen vermogen                                100

Lang vreemd vermogen (8 %)     200                   

Kort vreemd vermogen                  200

                                                                  

 

                                                       

                                               

                                                                      ----

                                                                      500

                                                                      ===

                                  

De winst- en verliesrekening van N.V. Y geeft het volgende beeld.

Resultaat voor rente                    62

Betaalde rente          16

Ontvangen rente        4               (12)

Resultaat voor belasting              50

Belasting                                             25

Nettoresultaat                                   25

                                                                ==

De overeengekomen koopprijs bedraagt f 250, die door N.V. X wordt betaald in contanten onder aanwending van haar deposito en door het opnemen van een langlopende lening ad f 150 à 8%.

Eén zaak is duidelijk: het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de netto-vermogenswaarde, de goodwill, bedraagt f 150. Voor N.V. X is nu van groot belang voor welke verwerkingswijze van de goodwill zij kiest. In het vervolg zullen wij de gebruikelijke methoden cijfermatig uitwerken en per methode aangeven wat de gevolgen zijn voor resultaat, rendement en winst per aandeel.

Voor de cijfermatige benadering gaan wij ervan uit dat N.V. Y per 1 januari van enig jaar wordt overgenomen en gaan we voorbij aan eventueel beoogde extra voordelen bij de overname zoals marktuitbreiding, kostenreductie enzovoort.

Als resultaat van de wijze waarop de verwerving van N.V. Y is gefinancierd, drukt op de N.V. X een extra rentelast van 12 (8% van 150) terwijl de rentebate van 7 van het deposito vervalt.

De geconsolideerde winst- en verliesrekening, vóór verwerking van goodwill, zal er als volgt uitzien.

 

N.V. X

N.V. Y

Geconsolideerd

Resultaat voor rente

Betaalde rente

Ontvangen rente

 

Belasting (50 %)

 

 

 

Extra afschrijvingen

(10 %) i.v.m. waarde-

bepaling op actuele

waarde

 

Nettoresultaat

                     77

36

-                 (36)

--                --

                    41

                    20

                    --

                    21

 

 

 

                     -

                     --

                     21

                     ==

                     62

16

 4                (12)

--                --

                    50

                    25

                    --

                    25

 

 

 

                      5

                     --

                     20

                     ==

                    139

 

                   (48)

                   --

                    91

                    45

                    --

                    46

 

 

 

                      5

                     --

                     41

                     ==

Dit betekent dat, zonder rekening te houden met goodwill, het resultaat van de eenheid 41 bedraagt in plaats van het resultaat van in totaal 55 van beide ondernemingen vóór de overname.

Op het gezamenlijk resultaat voor rente drukt in de nieuwe eenheid, zoals aangegeven, een extra financieringslast en een niet fiscaal aftrekbare afschrijvingspost. Hierdoor gaat een belangrijk deel van het gekochte overrendement in de nieuwe eenheid verloren. Het geeft wel het economisch resultaat van de nieuwe combinatie weer. Ondanks hogere rente- en afschrijvingslasten is een hoger bedrag ter beschikking voor winstverdeling en resulteert een hogere winst per aandeel.

 Invloed door de verwerking van goodwill

Na de voorgaande becijferingen van de geconsolideerde cijfers voor de verwerking van goodwill wordt nu nagegaan welke invloed de verwerking van de goodwill gaat hebben op de financiële prestaties van de holding. Een volledig overzicht van alle cijfers is opgenomen in het cijfermatige overzicht op de volgende pagina.

I. Betaalde goodwill in één keer ten laste van het resultaat

Zoals wij boven zagen, behaalde de nieuwe combinatie een nettoresultaat van          41

Afboeking van de, niet fiscaal aftrekbare, goodwill ad                                                            150

betekent dat het positieve resultaat omslaat in een verlies van                                          109

                                                                                                                                                                            ==

 Het beginvermogen bedraagt                                                                                                             300

Hierop zal het verlies ad                                                                                                                         109

in mindering moeten worden gebracht, zodat een eigen vermogen resteert van       191

                                                                                                                                                                              ==

 Het is te verwachten dat - mochten de cijfers op deze wijze worden gepubliceerd - de beleggers ze niet juichend zullen ontvangen.

Toepassing van deze methode heeft tot gevolg dat er een negatieve trendbreuk optreedt in een aantal financiële ratio's, zoals bijvoorbeeld de cijfers per aandeel en de rendementscijfers. In dit voorbeeld zal zich voorts de vraag kunnen voordoen of er wel dividend zal worden betaald. Het is inmiddels duidelijk dat deze uitkomsten aanleiding geven tot verkeerde - voor de onderneming nadelige - beoordelingen.

In jaar 2 is de goodwill volledig verwerkt en geeft de winst- en verliesrekening weer een getrouw beeld van het economisch behaalde resultaat. Dit resultaat wordt dan echter vergeleken met een sterk gedaald eigen vermogen, waardoor hoge rendementscijfers ontstaan doordat er ten onrechte van wordt uitgegaan dat het verkregen immateriële actief in eenmaal niets meer waard zou zijn. Dit zal een te positieve indruk geven van de door de onderneming behaalde rendementen.

Omdat de winst- en verliesrekening het resultaat getrouw behoort weer te geven en mede ter voorkoming van misleidende resultaatratio's, achten wij de methodiek waarbij goodwill direct in eenmaal ten laste van het resultaat wordt gebracht niet aan te bevelen.

 II. Betaalde goodwill in één keer ten laste van het eigen vermogen

 Indien voor dit stelsel wordt gekozen, vinden de volgende mutaties in het eigen vermogen plaats.

Beginvermogen                                                                                                                               300

Afboeking goodwill                                                                                                                       (150)

Toevoeging winst                                                                                                                               41

Eindvermogen                                                                                                                                  191

                                                                                                                                                                 ===

Toepassing van dit stelsel laat de winst- en verliesrekening onaangetast.

Ten aanzien van het eigen vermogen gelden overeenkomstige bezwaren als onder I aangegeven. Op basis van het sterk gedaalde eigen vermogen wordt de suggestie gewekt alsof het rendement op het eigen vermogen sterk is toegenomen. Bij gelijkblijvend resultaat zal dit rendement in de volgende jaren weer belangrijk dalen.

De vraag doet zich voor of dit beeld het inzicht verbetert.

Bovendien heeft deze wijze van verwerking een sterk negatief effect op de vermogensverhoudingen. Dit zou problemen kunnen geven bij het aantrekken van nieuw vermogen, maar zeker bij een volgende acquisitie.

Voorts kan de vraag worden gesteld of de methode waarbij wordt gesuggereerd dat een goodwillbetaling het eigen vermogen van de onderneming voor de helft of meer doet verdwijnen, een methode is waarbij een 'getrouw beeld' wordt getoond. Hierbij wordt aan het waarde-element, dat is begrepen in de goodwill, volledig voorbijgegaan.

NB (Cijfermatig overzicht is niet op website opgenomen, echter wel in papieren versie beschikbaar op aanvraag bij Drs R.H. Veenstra, tel.: 035 6943060, fax: 035 6951632)

Om deze reden achten wij ook verwerking van omvangrijke goodwill in één keer ten laste van het eigen vermogen niet aan te bevelen.

III. Activeren en afschrijven ten laste van de winst- en verliesrekening

De schijnbaar enige mogelijkheid die nu nog overblijft is het als immaterieel actief activeren van de gekochte goodwill, waarbij afschrijving dient plaats te vinden in maximaal vijf jaar, met de mogelijkheid om, indien daartoe termen aanwezig zijn, de maximale afschrijvingsduur te verlengen tot tien jaar. De afschrijving dient plaats te vinden ten laste van de resultatenreke­ning. Voor de bespreking van de consequenties hebben wij gekozen voor een afschrijvingsduur van vijf jaar, overeengekomen met een afschrijvingsbedrag van ƒ 30. Bekend mag worden verondersteld dat deze afschrijving door de fiscus niet als aftrekpost wordt erkend.

 De gevolgen van deze methode voor de nieuw gevormde combinatie zijn als volgt.

Het eerder berekende resultaat, voor verwerking van de goodwill, bedraagt                         41

Hierop komt nu in mindering de afschrijving van de goodwill ad                                                30

zodat een winst wordt gerapporteerd van                                                                                                 11

                                                                                                                                                                                       ==

Bij dit uitgangspunt ontwikkelt het eigen vermogen zich als volgt.

Beginvermogen                                                                                                                           300

Te verhogen met het resultaat                                                                                                                     11 

  Eindvermogen                                                                                                                                                     311

                                                                                                                                                                                       ===

In economische zin is de goodwill een actief en dient daarom te worden geactiveerd. Toepassing van deze methode doet aan dit uitgangspunt recht. Het actief is ontegenzeggelijk onderhevig aan slijtage, zodat ook af­schrijving op zijn plaats is. De bepaling van de termijn waarvoor afschrijving dient plaats te vinden, is niet exact aan te geven.

De invloed op de resultatenrekening van deze methode is echter aanmerkelijk. Op de resultaten van de nieuwe combinatie drukt nu, naast de extra financierings- en afschrijvingslasten, gedurende een reeks van jaren een aanmerkelijke post 'Afschrijving goodwill'.

Het gevolg hiervan is dat de getoonde nettowinst - vijf jaar aaneen - aanmerkelijk lager is dan het in economische zin door de combinatie werkelijk behaalde resultaat. De winst per aandeel is aanmerkelijk lager, terwijl ook het gemiddelde rendement op het eigen vermogen een aanzienlijke achteruitgang vertoont.

Bij toepassing van de Amerikaanse GAAP ( Generally Accepted Accounting Principles) kunnen de effecten van deze zogenaamde purchased method of accounting aanmerkelijk worden verminderd, omdat de maximale afschrijvingstermijn aldaar op veertig jaar is gesteld. De 4e  Richtlijn van de Europese Gemeenschap laat overigens ook toe dat een langere termijn wordt toegestaan door de lidstaten; artikel 37, lid 2, stelt slechts dat 'deze periode niet langer is dan de gebruiksduur van dit activum, in de toelichting wordt vermeld en naar behoren wordt gemotiveerd'. Het principiële bezwaar wordt door een langere termijn echter niet weggenomen. Het is zeer de vraag of bij de beoordeling van de financiële prestaties van de onderneming al deze factoren naar waarde worden geschat.

Conclusie ten aanzien van de gebruikelijke methoden

De uitwerking van de verschillende methoden en de invloed hiervan op verschillende ratio's zijn weergegeven in het cijfermatige overzicht.

De ondernemingen die hebben gekozen voor een van de drie hiervoor genoemde methoden handelen volledig in overeenstemming met de specifieke wettelijke voorschriften ter zake; de over dit onderwerp handelende ontwerp-Richtlijn bevestigt dit nog eens. Tevens bevestigt de International Accounting Standard nr. 22 dat de in de Nederlandse wetgeving neergelegde methode in overeenstemming is met de volgens deze standaard voor internationale toepassing gewenste situatie.

Hoewel een ieder kennelijk volkomen tevreden is met ie geboden verwerkingsmogelijkheden - over de problematiek van dit onderwerp wordt nauwelijks gepubliceerd - blijken uit de cijfervoorbeelden de belangrijke uitwerkingsverschillen bij vergelijking van de verschillende methoden. Of bij deze verwerkingswijzen de bij de laatste wetswijziging beoogde betere vergelijkbaarheid van bedrijven is gediend, is tenminste aan twijfel onderhevig, zeker in het licht van de voor Nederlandse begrippen volstrekt overbodige indelingsvoorschriften van de resultatenrekening. Wij menen dan ook een vraagteken te moeten zetten bij de vraag of de specifieke voorschriften voor de behandeling van goodwill wel in overeenstemming zijn met het algemene beginsel van de wet, neergelegd in artikel 362, dat behelst dat:

'De jaarrekening (…) een zodanig inzicht (…) geeft (…) dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voorzover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon.'

Voorstel voor een evenwichtiger methode

Teneinde aan een belangrijk deel van de genoemde bezwaren tegemoet te komen, zou naar onze mening serieus moeten worden nagedacht over een andere wijze van verwerking van de goodwill.

 IV. Activeren van gekochte goodwill en de jaarlijkse waardevermindering zichtbaar ten laste van het eigen vermogen brengen

Als eerder betoogd achten wij activeren van gekochte goodwill een goede zaak. De goodwill vertegenwoordigt in economische zin ongetwijfeld een actief. De waardevermindering die gedurende de komende jaren optreedt dient eveneens in de balans tot uitdrukking te worden gebracht. Aan de andere kant dient de winst- en verliesrekening van de nieuwe economische eenheid de resultaten van de activiteiten van deze nieuwe groep op een zodanige wijze tot uitdrukking te brengen dat over de prestaties in economische zin geen misverstand kan ontstaan. Met andere woorden: verwarring rond de uitkomsten in verband met de verwerking van goodwill moet worden vermeden; 'afschrijvingen' van de verworven goodwill hebben niets met de uitkomsten van de bedrijfsactiviteiten van de nieuwe combinatie te maken.

Door de goodwill te activeren en de optredende waardevermindering in jaarmoten ten laste van het eigen vermogen te brengen, blijft het resultaat onaangetast (en daarmede de winst per aandeel), terwijl voorts de rendementscijfers de werkelijke ontwikkeling te zien geven. Door toepassing van deze methode wordt een beter inzicht verschaft in de ontwikkeling van het resultaat en de samenstelling en grootte van het vermogen.

Interessant is de vraag of deze voorgestelde methode nu volgens de bestaande Nederlandse wetgeving, aangevuld met de ontwerp-Richtlijnen, is toegestaan. Eén constatering is zeker: de methode vindt geen (algemene) toepassing. Toch heeft, naar ons oordeel, de wetgever door het expliciet aangeven van drie zo uiteenlopende mogelijkheden ruimte geschapen voor deze gedachte.

Aansluiting voor deze afwijkende behandeling kan altijd worden gevonden door te verwijzen naar de eerder genoemde mogelijkheden die artikel 362, lid 4, biedt. Hierin wordt zoals wij reeds zagen onder meer bepaald dat, indien noodzakelijk, voor het verschaffen van het vereiste inzicht de onderneming - onder opgaaf reden - dient af te wijken van de specifieke wettelijke bepalingen. Zelfs is het zo dat de specifieke bepaling van artikel 389, lid 4, spreekt van de mogelijkheid om het daar bedoelde verschil tussen verkrijgingswaarde en netto-vermogenswaarde 'zichtbaar ten laste van het eigen vermogen' te brengen. Niet expliciet is aangegeven of dit verschil in één keer ten laste van het eigen vermogen moet worden gebracht dan wel of dit over de 'levensduur' mag worden gespreid. Afgezien van de wettelijke bepalingen zou het laatste uiteraard het meest voor de hand liggen.

Een betere situatie zou zijn indien de door ons voorgestelde methode onderdeel van de Richtlijn zou gaan uitmaken waarbij, mede ter wille van een verbetering van de vergelijkbaarheid, de voorkeur voor deze methode zou worden uitgesproken. In een later stadium zou naar onze mening een mogelijke wetswijziging zelfs niet misstaan.

home    terug